zondag 14 november 2021

The 'rare' but narrow of opportunity

De mens is te dom voor zijn brein. Het gevolg is dat de mens gedurende zijn ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling, letterlijk iedere generatie opnieuw, steeds weer dezelfde fouten maakt. De mens leert niets van zijn fouten. Af en toe ontdekte een mens wat handigheidjes zodat even later de mensheid diezelfde fouten op een grotere schaal, met meer slachtoffers en steeds grotere vernietiging opnieuw kan maken, en dan noemt de mensheid dat in zijn ongeëvenaarde arrogantie voortuitgang.

Modern hersenonderzoek toont aan dat de vermeende superioriteit van het menselijk brein ten aanzien van andere zoogdieren op zijn minst nogal twijfelachtig is. Uit Israëlisch onderzoek van professor Yaniv Assaf, tijdens welk hij door middel van RMI-scans de hersenen van 130 verschillende soorten zoogdieren, van muizen via onder andere dolfijnen tot mensen heeft onderzocht, blijkt dat hersenconnectiviteit - de efficiëntie van informatieoverdracht door het neurale netwerk - niet afhangt van de grootte of de structuur van een specifiek brein. Dat de efficiëntie in alle 130 onderzochte zoogdierbreinen gelijk is en dat ook in al die breinen het compensatiemechanisme, een regulatie van de activiteit in de afzonderlijke hersenhelften, wanneer beide hersenhelften met elkaar communiceren, optreedt. 

Het meest essentiële verschil tussen de mens en de ander (zoog-)dieren is waarschijnlijk, juist als gevolg van dat superieur geachte brein, ‘s mens zelfoverschatting. 

De menselijke geschiedenis is weinig anders dan een ononderbroken aaneenschakeling van opkomsten van megalomane heersers en hun wereldrijken, uiteraard gevolgd door het onherroepelijke verval daarvan; Egyptische farao’s, Griekse, Babylonische en Perzische koningen en keizers, de Macedoniërs van Alexander de Grote, de Romeinen met hun caesars, gevolgd door Ostrogoten, Franken, Lombarden, Byzantijnen en Osmanen, in een ritme even onvergankelijk als dat van eb en vloed. 

Een lijst maken van alle heersers en tirannen uit de wereldgeschiedenis, die elkaar in bloeddorst voor de goede zaak nauwelijks overtreffen, is praktisch onmogelijk, deze zou onmetelijk lang worden. 

Enkele uitverkorenen ‘beroemdheden’, zoals onder meer Caligula, Ivan de verschrikkelijke, Attila de Hun, Napoleon Bonaparte, Joseph Stalin, Adolf Hitler, Mao Zedong, Pol Pot, Idi Amin en Saddam Hoessein, zijn inmiddels verfilmd romantisch amusement en derhalve bij het gepeupel waarschijnlijk wel bekend. 

Letterlijk en figuurlijk ontelbaar zijn zij die het zonder de roem van Hollywood moeten stellen, en dus niet of nauwelijks bekend; de Ottomaanse sjeik Ibrahim I, Jean-Bédel Bokassa, Saparmurat Niyazov, Mengistu Haile Mariam, Yakubu Gowon, Enver Pasja, Kim Il-sung, om er maar enkele te noemen. 

Vervolgens dient de lijst nog te worden aangevuld met alle al dan niet naamloze religieuze egotisten, vanaf de eerste Incabeschaving (?) tot en met de huidige pausen, ayatollahs, rabbijnen en wat dies meer zij, die menen op goddelijk bevel te mogen (laten) moorden, voor de goede zaak. 

Zelfoverschatting is overigens niet slechts beperkt tot heersers en tirannen, sterker nog, het succes van hun zelfoverschatting is overwegend direct en onlosmakelijk het gevolg van de zelfoverschatting van het overheerste en getiranniseerde gepeupel. De primus inter pares van het gepeupel, zal ten gunste van de leider het gepeupel beteugelen, met graagte een onderknuppel zijn, die gedreven door de hoop uit te kunnen stijgen boven de rest en de beloningen te ontvangen die daaraan verbonden zijn, zich vaak nog wreder gedraagt dan de despoot zelf. 

Iedere generatie wijst met de hoogmoed van de jeugd, zich superieur achtend lachend, naar de voorgaande generatie, in de oprechte veronderstelling wel van het verleden te hebben geleerd, beter en slimmer te zijn dan al die ouderwetse boomers die het zich allemaal hebben laten welgevallen en het allemaal zover hebben laten komen.

En even gemakkelijk vallen nieuwe generaties iedere keer weer ten prooi aan de propaganda van de heersers van de nieuwe tijd. Heersers die zich door hun verkregen rijkdom superieur achten aan het gepeupel, tirannen die zich eerst over de rug van het gepeupel hebben verrijkt, daarmee hun posities hebben bestendigd en verstrekt, en nu menen dat zij het gepeupel de weg naar het geluk wel kunnen wijzen.

En geef ze eens ongelijk deze heersers. Niet dat hun heerschappij lang zonder kritiek zal blijven, zeker niet, maar zij kennen de geschiedenis beter dan de horigen van iedere nieuwe generatie, die op zijn beurt weer verlangend op verlossing wacht en daarom in gloedvolle verwachting zelfs enthousiast meehelpt de eigen noodlottige toekomst te bouwen. De heersers weten dat het enthousiasme van iedere nieuwe generatie gepeupel deze lang genoeg blind zal maken voor de oude valkuilen, ten minste lang genoeg om opnieuw hun rijkdom te vergroten en hun posities verder te bestendigd. Zij weten zelfs dat wanneer er kritiek zal komen, deze uiteindelijk weer zal verstommen, indien nodig door een harde hand, ze weten dat het geduld van het gepeupel op zal raken, en ze weten zelfs dat het lamgeslagen gepeupel onderdanig de vredigheid van hun onderwerping als een gunst in ontvangst zal nemen. 

En ook nu is er weer een groepje zichzelf overschattende mensen (een pleonasme derhalve), dat het gepeupel wenst te leiden naar hun verlossing. Een groepje egotisten dat werkelijk gelooft in zeldzame smalle vensters van mogelijkheden, dat misschien heel zeldzaam en positief klinkt, maar niets anders is dan een herhaling van zetten zoals de geschiedenis aan de oplettende mens had kunnen leren. 

Voor de zoveelste keer zijn in de geschiedenis zijn onderknuppels wereldwijd drukdoende met hun verlossende taak, en voor de zoveelste keer is het momentum voorbij, de vloed heeft zijn hoogste stand bereikt, the ‘rare’ but narrow window is zich voor de zoveelste keer aan het sluiten.

Niettemin, voor de zoveelste keer in de geschiedenis, blijven de onderknuppels nog krampachtig proberen de immer luidruchtiger wordende protesten van het gepeupel te smoren, al is de geest inmiddels uit de fles. Voor de zoveelste keer in de geschiedenis is de kans vrijwel 100%, dat dit besef pas tot de onderknuppels zal doordringen als de chaos, die deze keer mogelijk nog erger zal blijken dan ooit tevoren, compleet zal zijn, wanneer de onderknuppels eindelijk eens omkijken naar de ravage die zij hebben aangericht, naar het onnoemelijke aantal slachtoffers van hun ‘verlossing’, kortom de vernietiging die zij de mensheid hebben toegebracht, uit naam van de heersers en tirannen, die zelf voor de zoveelste keer in de geschiedenis, het slagveld allang verlaten hebben. 

Geen dier die dergelijke domheid toont, dat kan alleen de mens.





 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten