donderdag 9 maart 2023

Antidemocratie

Met de invoering van een zogenoemde ‘Volksvergadering van burgers’ in het stadskoninkrijk Athene van 600 v.Chr. is volgens geschiedschrijvers, dat wat wij nu de eerste democratie ter wereld noemen, ontstaan.

Er zijn geschiedschrijvers die menen dat deze Volksvergadering van burgers, het belangrijkste bestuursorgaan werd in die eerste democratie, maar helaas is de waarheid minder euforisch. De Atheense Volksvergadering van burgers was nauwelijks meer dan een zoethoudertje voor het plebs, door hen het idee te geven dat zij invloed hadden op het beleid, door te mogen ‘meebeslissen’.


Tot dan toe was de bestuursstructuur in Athene opgebouwd uit drie bestuurslagen. De bovenst laag was een kleine verzameling hoge ambtenaren, samengesteld uit zeer rijke en machtige mannen (geen vrouwen) die meestal hun fortuin hadden verdiend in de handel of als grootgrondbezitter, in feite de elite van het oude Athene. Hieronder kwamen een tweede en een derde laag die bestonden uit ambtenaren van respectievelijk de midden en lagere klassen, bestaande uit ambachtslieden, boeren en kleine handelaren, maar geen vrouwen. De nieuw toegevoegde laag, de Volksvergadering werd gevormd door de vierde klasse, die vrijwel geheel bestond uit dagloners (arbeiders) die geen ambt mochten uitvoeren maar via de Volksvergadering wel mochten meebeslissen. Ook hiervan waren vrouwen uitgesloten. Verder waren ook immigranten en slaven uitgesloten van het bestuurlijk proces. Bij slaven dient u zich overigens iets anders voor te stellen dan u mogelijk door het eenzijdige beeld dat veel mensen tegenwoordig op basis van de informatie over slaven die als plantagearbeiders naar Amerika werden vervoerd, zou doen. De positie en omstandigheden van de gemiddelde Atheense slaaf was behoudens diens ontnomen vrijheid, niet slechter en vaak zelfs beter dan de gemiddelde dagloner, wat mogelijk de reden is dat zij, ondanks het feit dat slaven ongeveer een kwart van de Athener bevolking uitmaakten, niet in opstand kwamen.

Overigens mocht de Volksvergadering van burgers alleen meebeslissen over kwesties die hen door de Prytanen (de werkelijke machthebbers die het dagelijks bestuur uitoefende) werden aangeboden. Deze Volksvergaderingen vonden ongeveer 40 keer per jaar plaats, maar omdat het overgrote deel van de mannen die het recht had om deel te nemen als dagloner hun werkzaamheden meestal (te) ver buiten de stad uitvoerden om bij deze ‘volks-vertegenwoordigende’ bijeenkomsten aanwezig te kunnen zijn, was de opkomst slechts zo’n 20-25%. 

In de periode dat de Griekse (Atheense) filosoof Plato werd geboren (427 v.Chr.) ten tijde van de (eerste) Peloponnesische Oorlog, telde de bevolking van Athene 60.000 autochtone Atheners en ten minste 350.000 tot 500.000 immigranten (vreemdelingen) en slaven. Wanneer je daar de bevolking van de onder hun bewind staande eilanden en het achterland bij optelt loopt dat op van ten minste 800.000 tot enkele eeuwen later 13 miljoen mensen, in die dagen een heus wereldrijk.  

Het is onder deze omstandigheden dat bij Plato de gedachte van ‘De Tirannie van de Meerderheid’ is ontstaan. Bedenk dat met een opkomst van 20-25% er op een Volksvergadering nauwelijks 7.500 Atheense burgers aanwezig waren, die bij meerderheid mochten besluiten. Zelfs wanneer de Volksvergadering unaniem een besluit nam, dan betekende dat nog steeds, dat uitgaande van een totale bevolking van 800.000, deze ‘meerderheid’ nog niet 1% van de totale Atheense bevolking betrof. Logisch dus, dat Plato ongemakkelijk werd van het idee dat de 1 % die als ‘meerderheid’ werd gezien, als was die ‘meerderheid’ de tiran zelf, hun wil kon opleggen aan het volledige Atheense volk. 

Vergeet ook niet dat wanneer Plato spreekt over het fenomeen van ‘De Tirannie van de Meerderheid’ hij het heeft over plaatsen waar ‘soevereine wetten’ ontbreken, dus daar waar een bepaalde mate van wetteloosheid heerst, dus daar waar een volksbewind gemakkelijk ontaard in alleenheerschappij, kortweg in tirannie. 

Niettemin wordt ‘De Tirannie van de Meerderheid’ tegenwoordig steeds vaker in stelling gebracht om de wil van de minderheid aan de meerderheid op te dringen. 

In het publiekdebat is het zeker sinds de opkomst van het wokisme strijk en zet om de wil van de meerderheid te negeren. Of het nu gaat over Zwarte Piet, de seksuele identiteit van pedofielen of de geestelijke verwarring van een handjevol mensen over de al dan niet gewenste aanwezigheid van een specifiek geslachtsorgaan, of wat dan ook, de meerderheid wordt steeds vaker gedwongen de wil van de minderheid accepteren.  

In de politiek is dit al veel langer aan de gang, zoals we bijvoorbeeld hebben kunnen zien bij de referenda over de Europese Grondwet en het associatieverdrag met Oekraïne, waar de wil van de meerderheid werd genegeerd, omdat de meerderheid door ‘de politiek’ niet representatief geacht werd voor het gehele volk. ‘De Tirannie van de Meerderheid’ is inmiddels de Haarlemmer Olie waarmee politici wereldwijd het/hun toenemend antidemocratische beleid (ook voor zichzelf) legitimeren, wat met name inzake de EU bijzonder opmerkelijk is, omdat juist het door Brussel aan de lidstaten opgedrongen globalistische beleid, het gevolg is van de tirannie van een ‘meerderheid’ die qua representatie c.q. legitimiteit vergelijkbaar is met die van de volksvergadering ten tijde van Plato. 

Met name het beleid op het gebied van de landbouw, energie, immigratie en Oekraïne, wordt door politieke antidemocraten, toenemend over de hoofden van de bevolking heen uitgevoerd, waarbij men zich voortdurend verschuilt achter, niet of nauwelijks op democratische wijze tot stand gekomen Europese wetgeving en internationale verdragen, waaraan de nationale soevereiniteit is opgeofferd. Er is niet alleen sprake van nationale wettenloosheid, tevens ondergaan de burgers van de EU in zorgwekkende mate en in toenemende gevallen de tirannie van de Brusselse ‘meerderheid’. 

Het gebruiken, of moet ik zeggen het misbruiken, van Plato’s ‘Tirannie van de Meerderheid’ met name in de discours van Sigrid Kaag van D66, kan gezien de politieke prestaties van die partij in de afgelopen jaren - zoals nota bene het afschaffen van het referendum - en het globalistische beleid dat haar partij
inmiddels voorstaat, allerminst een verrassing worden genoemd. Het sluit naadloos aan bij ‘de nieuwe bestuurscultuur’ van globalistische politici zoals onder meer Mark Rutte en Sigrid Kaag zelf, die de wil van het volk negeren omdat zij geloven beter te weten wat goed is voor het plebs dan het plebs zelf en aldus in volle vaart afstevenen op dat wat zij geloven dat The Greater Good is.

Het is despotisch om jezelf democraat te noemen en tevens de democratie aan je laars te lappen omdat je het systeem niet volmaakt vindt, zoals het appelleren aan ‘De Tirannie van de Meerderheid’ niets minder is dan een weerzinwekkende schoffering van onze moderne democratie, een illegaal en derhalve crimineel excuus om de wil van de meerderheid te kunnen negeren, terwijl de essentie van moderne democratie - van het Griekse dèmos, ‘volk’ en kratein, ‘heersen’ dus letterlijk ‘volksheerschappij’ - nota bene eist dat in een correct functionerende democratische natie, de wil van de meerderheid moet worden geëerbiedigd, teneinde tirannie te voorkomen. 

Denk op 15 maart als u in het stemhokje staat eens aan deze antidemocratische gotspe, want zolang er globalistische politici (die bijvoorbeeld een hoog noodzakelijk Nexit willen voorkomen) aan de macht zijn, zal u gedwongen worden zich aan deze steeds verder voortsluipende tirannie te onderwerpen. 

De keus is aan u !


Groetjes, Frans

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten