maandag 30 december 2019

Vrijheid van Meningsuiting (VvMU)

Vindt u Obelix dik ?

Zou u hem dat zeggen ? 

Het antwoord op de eerste vraag is een mening. Het moge duidelijk zijn dat in onze heersende westerse ethiek het antwoord overwegend bevestigend zal zijn, maar wees ervan overtuigd dat er mensen zijn, die het daar niet mee eens zijn. 

Het antwoord op de tweede vraag hangt primair af van de overweging; wat is het nut om tegen Obelix te zeggen dat hij dik is ?

Wanneer je de zwaarlijvigheid van Obelix ziet als een verhoogd gezondheidsrisico, is het dan je plicht hem daarop te wijzen en ligt dat anders, wanneer je vindt dat zijn zwaarlijvigheid een gevolg is van zijn onbeheerst consumptiegedrag ? 
Misschien heeft hij een ziekte/aandiening die hem zwaarlijvig maakt ?
Zou je je mond houden, omdat je bang ben Obelix te kwetsen ?

Laten we voorop stellen dat je je mening niet HOEFT te geven, maar dat neemt niet weg dat je je mening wel MAG geven, want Vrijheid van meningsuiting betekent dat je alles, ECHT ALLES, mag zeggen wat je vindt.

In onze hyper sensibele maatschappij van vandaag, waarin het wachten is op de eerste baby die bij de geboorte al zal zijn voorzien van een valhelmpje met veiligheidsbril, ellenboog-  en kniebeschermers, werkhandschoenen en veiligheidsschoenen, staat de vrijheid van meningsuiting onder druk.
Die druk komt met name van de artikelen 137c en 137d uit het Wetboek van Strafrecht (WvS) - die belediging van groepen mensen en het aanzetten tot haat, discriminatie en geweld tegen zulke groepen strafbaar stellen - en de interpretatie die mensen, meer specifiek rechters, daaraan geven.

NGO’s en de MSM zijn tegenwoordig constant bezig de mening van de massa te sturen, en waar dat niet lukt proberen politici - in Nederland én de EU - de (onwelgevallige) meningsuiting aan banden te leggen, en maken aldus (de beperking van) de Vrijheid van Meningsuiting tot een politiek instrument.

Deze toenemende politieke sturing en onderdrukking van de mening in “westerse democratieën”, meer specifiek binnen de EU, neemt inmiddels zorgelijke vormen aan. 
Bestuurders, zowel in Nederland als in Brussel, (te) vol van hun eigen gelijk, schijnen te geloven dat het volk nog immer dom genoeg is om de bijna onmerkbare overgang naar een democratuur op te merken, terwijl zij hun sturing en onderdrukking aan hen die nog tegensputteren, uitgeleggen als een maatregel ter bescherming van die zogenaamde vrijheid !

Beperken van de vrijheid van meningsuiting is onbespreekbaar, iedereen die daar voor pleit, heeft iets te verbergen.

Het politiek sturen en onderdrukken van meningen in een land is een dictatoriale dwang waarvan men in een echte democratie nog immer schande van zou moeten spreken. Indien dat al het geval is, dient te worden geconstateerd dat de heftigheid van de veroordeling, niets te maken heeft met oprecht fatsoen, maar vooral afhangt van economische c.q. politieke belangen.

Mijn zoon zei ooit; “het maakt niet uit wat ze zeggen, het is waar of het is niet waar”. Ik hoefde daar maar kort over na te denken, maar daar is alles mee gezegd.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten