woensdag 23 oktober 2019

Over huilende kinderen en trotse moeders.

Van de week las ik een tweet van een moeder over haar dochter uit groep 4, die op school bij een spelletje bingo twee keer in de prijzen was gevallen. Een ander kind, dat geen prijs had gewonnen, had daar erg om moeten huilen. De dochter besloot het huilende kind een van haar twee prijsjes te schenken, want aldus de zevenjarige; “zo kan je hem het weekend niet in laten gaan !” De tweet werd afgesloten met “Proud mom here”. 

Het pedagogische aspect van deze bingo betreft mogelijk het herkennen van cijfers en getallen en het aanscherpen van concentratie- en reactievermogen, want kinderen van 7 hebben nog geen gedachten over de herkomst van de prijsjes; wie er heeft betaald voor de grondstoffen, de productiemiddelen, het transport en de arbeid die voor dit voor het gehele proces nodig is, en tegenwoordig heel actueel, hoe groot is de emissie van stikstof en andere mogelijk milieubelastende stoffen die eventueel invloed zouden kunnen hebben op het klimaat ? 

Gelukkig maar, kinderen moeten zolang mogelijk kinderen kunnen zijn, zonder zich - gespeend van kennis - bezig te houden met volwassen zaken die voor veel volwassenen doorgaans al te lastig zijn, ze zullen nog lang genoeg zelf volwassen moeten zijn. 

Fijn, dat de moeder trots is op de ruimhartigheid van haar dochter, wanneer deze een van de twee onverwachte meevallertjes schenkt aan het huilende klasgenootje. Ik hoop alleen dat de moeder heeft uitgelegd dat - het goede gevoel van moeder en dochter ten spijt - het huilende kind hiermee niet is geholpen.

Ik hoop ook dat de moeder de dochter heeft duidelijk gemaakt, dat hoewel altruïstisch, dergelijk gedrag uitzondering dient te blijven, omdat het niet is vol te houden, dingen weg te geven, die niet door jezelf zijn betaald terwijl anderen daar hard voor hebben gewerkt. 

Dat laatste geldt uiteraard niet als je later, eventueel voorzien van een hoog salaris plus emolumenten, een publieke c.q. politieke functie gaat vervullen of voor een NGO gaat werken, omdat het in die sectoren je werk is om geld van een ander te uit te geven. 

Indien u het tot zover met mij eens bent, hoeft u niet verder te lezen. 

In het andere geval mag u zelf bepalen in welke categorie u valt, die van de huilende kinderen, die van de mensen met een publieke c.q. politieke functie of die van hen die werkzaam zijn bij een NGO.  

Onder het motto de vijand van mijn vijand is mijn vriend, kunnen de mensen van deze drie categorieën als groep (ondanks zeer onderscheidend stemgedrag, zowel per categorie als individueel, dus om hun eigen - maatschappelijke - redenen) dit systeem waar zij zelf geen geld voor hoeven te genereren, ergo een grote appreciatie voor hebben, voorlopig nog gezamenlijk in stand houden. Zo vormden in Nederland, ter bescherming van het mechanisme, bij o.a. de formaties van gemeente- en provinciebesturen, de vijanden van de vijand ondanks hun eventuele ideologische verschillen, gezamenlijk een cordon sanitair teneinde het Forum voor Democratie, dat het mechanisme wenst aan te pakken, buiten de deur te houden. Dit laatste botst misschien met uw gevoel voor rechtvaardigheid, niettemin mag dat in een democratie. 

Voor hen die niet in een van de voornoemde categorieën vallen en toch hebben doorgelezen, nog het volgende, omdat zij evengoed verplicht zijn dit mechanisme mede te financieren. 

U kunt uw kinderen leren dat alleen de zon voor niets opgaat, dat andermans geld niet onuitputtelijk is en dat het weggeven van prijsjes aan iemand die staat te huilen, de persoon in kwestie uiteindelijk niet helpt. Dergelijk gedrag lijkt wellicht heel sociaal, het blijkt steeds vaker, dat kinderen die er aan wennen dat hun huilen worden gecompenseerd, gedurende de rest van hun leven steeds moeilijker met tegenslagen kunnen omgaan en hele nare volwassenen worden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten