vrijdag 31 januari 2020

Brexit

“De EU heeft in dit spel dus de beste kaarten.” Dat is de zin waarmee Trouw haar artikel van de hand van Rob van Wijk over de Brexit van harte aanbeveelt.

Meneer De Wijk schreef al veel meer over de Brexit en over wat de burgers van Europa op het spel zetten door uit de EU te stappen, over stuurloze maatschappijen en een verpulverend midden. 

Nu de Brexit een feit is moeten de onderhandelaren van de EU aan de bak en volgens De Wijk hebben zij de betere kaarten in handen. Het stukje van De Wijk bevestigd opnieuw wat de goede verstaanders al tijden wisten; achter het voortdurende geklets over veiligheid en stabiliteit, gaat de realiteit schuil. De EU (voorheen EEG, voorheen EGKS) was, is en blijft al sinds haar oprichting een economische model, waarbij de burgers Europa-wijd slechts pionnen (lees = arbeidskrachten en consumenten) zijn in het economische machtsspel. 

Theoretisch gesproken, zou er economisch niets hoeven veranderen in de relatie die het VK heeft met de EU. De zelfde economische afspraken zouden ongewijzigd kunnen blijven bestaan. Maar dat moet je dan wel willen, en dat wil de EU niet. Zoals De Wijk het zegt, “Omdat de EU geen vrijhandelswalhalla voor de Europese kust wil, moeten de Britten zich schikken.”
Met andere woorden, de onderhandelingen zullen gestuurd worden door de EU-behoefte, het VK wel even te laten voelen wie er hier de baas is. Jij mag alleen economisch meeprofiteren van de EU, als Brussel de baas mag spelen in jouw land. En dat is precies waar landen met voldoende gevoel voor soevereiniteit een hekel aan hebben.

Gebukt onder het angstbeeld dat hun land economisch buiten de pot pist, laten nationale regeringen zich alle waanzin van Brussel welgevallen. Behalve het VK ! De Brexit benadrukt de angst van de resterende EU-landen, die bij monde van Guy Verhofstadt, met stoere taal zowel hun eigen angst voor het uiteenvallen van de EU probeert te overschreeuwen, als de EU-burgers wijs te maken dat niet het VK maar Brussel de dienst uitmaakt. 

Het is nog maar de vraag of het VK zo beroerd uit de onderhandelingen zal komen, en of het VK als (voormalig) grootste nettobetaler financieel beroerder af is met de Brexit, de tijd zal het ons leren, maar waar De Wijk en de zijnen steeds aan voorbij gaan, zijn al de niet-economische redenen om de EU uit te willen, waarbij bijvoorbeeld de immigratiepolitiek geen onbelangrijke is.

Miljarden, miljarden en nog eens miljarden kostende plannen zoals de Greendeal of een Europees leger dat vanuit Duitsland en Frankrijk steeds harder op de Brusselse achterdeur staat te kloppen en het bijna geruisloos maar gestaag wegdruppelen van de nationale soevereiniteit naar het afvoerputje in Brussel, dat te kunnen voorkomen zou mij een lieve duit waard zijn, en de Britten klaarblijkelijk ook. 

Dat de Brexit, door de opstelling van de EU economisch gezien niet zonder slag of stoot zal gaan, is wel duidelijk, en dat ook de Britten hun banken moeten redden wanneer de ECB door het onverantwoorde spitroeden lopen van Dragi en Lagarde ten aanzien van de steeds lager rentepercentages een volgende krach veroorzaken, maar verder zullen de Britten veel meer winnen dan verliezen. Al is het maar hun soevereiniteit en hun geloofwaardigheid. 



vrijdag 24 januari 2020

Schelden doet geen pijn

Zolang de mensheid bestaat, probeert de mens, angstig en onzeker van nature, zich een stabiele plaats in zijn samenleving te verwerven, teneinde zijn angst te temperen en zijn zoektocht naar geluk te kunnen aanvangen. Hierbij zal de mens zaken die hij niet (her-)kent primair proberen te ontwijken of negeren. Als negeren of ontwijken geen opties zijn, worden begrijpelijke verklaringen gezocht en wanneer deze niet worden gevonden, kan (bij-)geloof uitkomst bieden.

Na de gruwwelen van WO II, begon een periode van ongeveer zes decennia waarin door toenemende politieke stabiliteit die hand in hand ging met een groeiende welvaart. Van angst en onzekerheid leek nauwelijks nog spraken te zijn, de tolerantie, die gelijke tred hield met een groeiend gevoel van welzijn, groeide in Nederland, rond de millenniumwisseling zelfs uit tot “gedogen”. 

En toen kwam de Bankencrisis. Deze crisis deelde op globale schaal een gevoelige klap uit aan het idee dat de wereld alsmaar stabieler werd en dat de economie, snel of langzaam, altijd groeit. Daar waar dat voor de oudste generaties geen verrassing was, leidde het besef dat welvaart - met in haar kielzog geluk - en stabiliteit niet vanzelfsprekend zijn, bij de jongste generaties tot onzekerheid en soms zelfs angst.

De wereldwijd (financiële) chaos, waarin de bankencrisis de wereld dreigde mee te sleuren, moest bezworen worden. Voor regeringen wereldwijd[1] betekende dat, het cout que cout redden van de banken, het aanjagen van de economie en het beteugelen van eventuele instabiliteit. 
Voor de burgers was dit het begin van een nog immer durende periode van, financiële offers brengen, inleveren van koopkracht en de inperking van vrijheid door overheden, onder het excuus dat juist die vrijheid moet worden gewaarborgd. 

Deze, voor velen blijkbaar complexe, nieuwe realiteit heeft als een steen in een vijver, het oppervlak van de samenleving in beroering gebracht, de golven lijken nog niet tot rust te komen. Een veelheid van ontwikkelingen vraagt om maatschappelijke (her-)positionering, nieuwe ankerpunten, hetgeen door veel mensen slechts wordt teruggebracht tot het eenvoudige verschil van goed en kwaad, of zo u wilt, voor en tegen. Een afweging die vooreerst stoelt op de eigen (verslechterende) financiële situatie, en vervolgens emotioneel wordt afgerond op basis van de mening van de groep waarvoor men affiniteit voelt. Nauwelijks op kennis.

Het ontbreken van kennis c.q. van ter zake doende argumenten, weerhoudt overigens weinig mensen van het geven van commentaar. Het tegendeel lijkt eerder waar; daar waar de minst onderlegden zich overwegend uitleven in een infantiel welles-nietes, flagrante ongenuanceerdheid of hun angst en onzekerheid overschreeuwend, met schofferingen, klonten even angstige en onzekere intellectuelen bij elkaar en geven uiting aan hun ongenoegen, door bijvoorbeeld een andersdenkende een wandeling langs de snelweg te gunnen. Men mag daar niets van zeggen, omdat de andersdenkende in kwestie ooit zijn vriendin op de snelweg uit de auto heeft gezet. 

Terwijl in Den Haag, Brussel en op het VN-hoofdkwartier, de New World Order in progress is, mag het volk op Twitter en Facebook - in de EU onder regie van Brussels - hun ongenoegen uiten, ervan overtuigd dat dit een steen verlegt in de rivier. 
Veel mensen en groepen die zich onvoldoende gerepresenteerd voelen, zien in de nieuwe realiteit een mogelijkheid om zich een representatieve plaats in de samenleving te verwerven, om opgemerkt te worden; NOTICE ME ! Doe iets spraakmakends, en laat dat op Youtube, Twitter of Facebook weten en als je geen white mail supremacist bent, heb je grote kans dat je ’s avonds bij Matthijs aan tafel zit. Vanaf dat moment heb je exposure, en mag meedoen met het infantiele circus van BN’ers op de Nederlandse treurbuis.

Wanneer dit leidt tot overexposure, komt “de voordien neutrale toeschouwer” in het geweer, zich onzeker afvragend of hij door de ruimte die hij aan anderen laat – aan feministes voor wie gelijkheid inmiddels niet vergenoeg meer gaat, en menen het op letterlijke alle gebied zonder mannen te kunnen stellen, en vrouwen die dat onzin vinden of geen carrière wensen, als verraders van “de feministische kwestie” beschouwen, aan transgenders die niet voldoende zeggen te hebben aan een dames- of herentoilet, aan dames die aparte zwemtijden zonder mannen willen, aan allerhande niet-hetero’s die voor meer acceptatie steeds vaker in extremen lijken te vervallen, aan gelovigen die hun oproep tot gebed vanaf de minaret willen laten schallen - niet zelf in het gedrang komt. 


Waar de Engelse menen dat offence is taken, not given, zegt de Nederlander, schelden doet geen pijn, maar wie doet is een zwijn. Op basis daarvan zou niemand, hoe angstig en onzeker ook, zich gekwetst hoeven voelen door om het even welke uitspraak. 
Echter blijkt - met name in kringen waar men de emotionele lading belangrijker vindt dan de boodschap - gekwetstheid in toenemende mate een geaccepteerde voedingsbodem te zijn voor non-argumentatie, waarmee men discussies meent te kunnen beslechten. Dat dit bij de tegenpartij eerder leidt tot onbegrip, groeiende weerstand en zelfs tot scheldpartijen, lijkt van geen belang.
Er zijn veel meer voorbeelden te noemen dan, het willen verbieden van Zwartepiet omdat “een handjevol mensen” zich gekwetst voelt, of het moreel verplicht zijn de Greendeal uit te voeren, alleen al om de klimaatangst van jongeren te temperen, maar iedere keer als aan dit soort eisen wordt toegegeven wordt de ratio verder in het nauw gedreven, kalft de democratie verder af en valt de samenleving verder ten prooi aan de emotionele terreur van het slachtofferschap.



[1] *Over de toenemende (knellende) invloed van de EU zal ik hier niet uitwijden.