Het concept “maakbaar” verwijst naar de mogelijkheid dat iets te construeren is. Politiek-sociaal is maakbaarheid het stokpaardje van linkse ideologieën, met name ten aanzien van de samenleving. De gedachte is dat een samenleving door fundamenteel ingrijpen via wetgeving kan worden gewijzigd en aldus gevormd kan worden naar het model van de eigen ideologie.
In een democratie is het usance dat het maken van deze regels, de wetgeving, door het volk, in het belang van dat volk, wordt overgelaten aan gekozen volksvertegenwoordigers. Zodoende ontstaat een samenleving, die gebaseerd is op de wil van het volk, waarin handhaving (in theorie) overbodig is.
In Nederland lanceerde begin vorige eeuw de sociaaldemocraat Willem Drees, premier van 1948 tot 1858, zijn versie van de maakbare samenleving. Op het nieuwe drooggelegde land, de IJsselmeerpolders, moesten door de overheid goedgekeurde mensen, op door de overheid bepaalde plaatsen gaan wonen en werken, en zo met een “nieuwe geest”, vrij van tradities, een “nieuwe maatschappij” opbouwen.
Het bleek voor de Nederlanders te bemoeizuchtig, te betuttelend. Momenteel woont er in de polders slechts 2,3% van de Nederlandse bevolking, waarvan 70 % in Almere en Lelystad.
Eind jaren zestig, begin zeventig blies de sociaal democratische PvdA onder leiding van Joop den Uyl, het idee van de maakbare samenleving nieuw leven in. Dit keer was het doel; nivelleren, samen delen, gelijke kansen, iedereen doet mee. Het klinkt even nobel als rechtvaardig.
In de praktijk betekende de maakbare samenleving vooral extra geld voor het financieren van extra’s voor hen die geacht werden minder kans te hebben dan anderen, uiteraard geheel volgens het socialistische motto, gedragen door de sterkste schouders.
Volgens de sociaal democratische gedacht zou iedereen na een hoog opleidende studie een ruim betaalde baan vinden en nog lang en gelukkig leven. Met groot enthousiasme werden ideeën die “op de tekentafel” van goud leken, en dat in de praktijk ook vaak kostten, over de samenleving uitgestrooid. Het maakbare begon al op de lagere school, een naamgeving die omwille van de nivellering moest veranderen in basisschool. Voor kinderen met leermoeilijkheden werden allerlei “rugzakjes” gefinancierd om hun gelijke kans zo groot mogelijk te maken. Behalve studiebeurzen voor jongeren uit minder draagkrachtige gezinnen, werden er eveneens allerhande projecten voor allerhande minderheden opgetuigd en gefinancierd, van jonge meisjes die een technische opleiding moesten volgen tot mensen met een migratieachtergrond die begeleiding en buurthuizen nodig hadden.
Vragen naar resultaten werd niet op prijs gesteld, het was/is de intentie die telt. De cultuur van commissies instellen, vergaderen, doelen stellen, evalueren, rapporteren, vergaderen, doelen bijstellen, opnieuw evalueren en zo voort, werd usance, evenals het laten meepraten van economisch belanghebbende die mede het (sociale) beleid mochten/mogen sturen. Vergelijkbaar is het “meepraten” van de suiker-producerende bedrijven zoals Coca Cola bij het JOGG, als het gaat over het vaststellen van targets (doelstellingen) die obesitas bij jongeren moet voorkomen. Na 20 jaar heel veel geld en heel veel, doelen stellen, evalueren, rapporteren, vergaderen, doelen bijstellen en opnieuw evalueren, is nagenoeg niets bereikt en toch vindt huidig staatssecretaris Paul Blokhuis nog steeds dat hij goed bezig is.
Een van de grotere maakbare dieptepunten bleek de met veel tamtam in de door Amsterdam geannexeerde gemeenten Weesperkaspel uit de grond gestampte tuinwijk Bijlmermeer. Niet de “geplande” toestroom van jonge Nederlandse gezinnen kwam op gang, maar die van de kansarmen uit de samenleving, waaronder veel mensen uit het toen net onafhankelijk geworden Suriname. Het werd de grootste probleem wijk van het land.
Jarenlang is, met schier onuitputtelijke budgeten, geprobeerd deze planologische miskleun, met “maakbare doekjes voor het bloeden” te bagatelliseren, totdat ten langen leste iemand durfde te roepen dat de keizer in zijn blote kont liep.
In de jaren negentig werd begonnen met een ongeveer twintig jaar durende sanering/renovatie van de wijk.
Op 6 flatgebouwen na, werd de rest gesloopt of van hun de bovenste etages ontdaan, waarmee het aantal woningen van 13.000 naar 6.000 terugliep en de demografische druk afnam. Tevens werden, om de sociale controle in de wijk te verbeteren, de wegen die op dijken rond de flats waren aangelegd, tot maaiveldhoogte verlaagd en het complete omliggende landschap werd opnieuw ingericht. Misplaatste trots of voortgezette waanzin, de mensheid zal blijvend worden herinnert aan deze dwaling. De zes eerdergenoemde flatgebouwen met hun omliggende openbare ruimte, blijven in hun oorspronkelijke staat behouden, en gaan (voorlopig ?) verder onder de naam Het Bijlmer Museum. Zij hebben de twijfelachtig eer tot gemeentelijk beschermd stadgezicht te zijn verklaard…
Men zou toch denken, dat in de tijd die verstreken is sinds het idee van de maakbare samenleving door de realiteit werd ingehaald, de scheefgroei of zo u wilt, de excessen die daarvoor en daardoor zijn ontstaan, inmiddels zouden zijn verdwenen.
Niets is minder waar.
De kinderen van de maakbare generatie zijn inmiddels opgegroeid en velen van hen hebben (als gevolg van hun gepamerde opvoeding ?) de maakbaarheid uit hun rugzakje, tot levensvisie verheven. Ze zijn in veel gevallen, doch niet slechts, terug te vinden aan de non-profit zijde van de maatschappij; in de politiek, het onderwijs, NGO’s, de sociale-, publieke- en kunstsector. Men vindt ze echter ook tussen rechters, artiesten en mensen die zich onder het journaille scharen en verder houdt een aantal zich, veelal gesubsidieerd, bezig met mij onduidelijke en/of onzinnige maar voor hen blijkbaar verheven doelen.
Maakbaarheids-denkers zijn overwegend geen ondernemers maar zijn, al vinden zij het kapitalisme een afkeurenswaardig systeem, voor het voorzien in hun levensonderhoud en/of voor de uitoefening van hun werkzaamheden, in veel gevallen wel afhankelijk van het geld dat dit systeem genereert.
Terwijl de rest van de maatschappij het geld verdient, strooien voornoemde mensen 24/7 hun invloed uit over de jeugd van tegenwoordig, gedreven door het motto, dat de emotionele lading belangrijker is dan de boodschap !
Die emotionele lading behelst, dat in de massa ieder individu belangrijk en welkom is. Er is altijd geld en ruimte voor jou en zelfs voor jouw (opmerkelijke) ideeën beschikbaar, een tegenprestatie wordt niet verlangt, jij bent ten slotte niet fit for life. Jij bent een slachtoffer van je niet genoten opvoeding, zeker als je de taal niet spreekt, ook wanneer je niet bent opgeleid en ook als jij je door opgelopen trauma’s uit je jeugd, of vanwege jouw afwijkende cultuur, niet kan aanpassen.
Zolang er voldoende geld beschikbaar leek, de comfort zone van de mensen in de samenleving er niet door werd aangetast en demagogische bestuurders de plooien in het weefsel van het volk nog konden gladstrijken, bleef oppositie tegen het maakbaarheidsprincipe beperkt.
Nu blijkt dat steeds meer mensen problemen ondervinden met de bruuske wijze waarop bestuurders de samenleving in Nederland - en elders in Europa – naar hun ideologie wensen om te vormen, neemt het gemor bijna dagelijks toe.
Actuele problemen zoals de massa-immigratie worden steeds nijpender, en niet alleen op het gebied van huisvesting. Het argument dat migratie iets van alle tijden is, is niet valabel. Migraties die in het verleden uiteindelijk hebben geleid tot een wijziging van de bevolkingssamenstelling, waren nimmer het gevolg van bewust politiek beleid, nimmer zo omvangrijk en voltrokken zich nimmer in een zo korte tijdspanne. Daarbij waren deze migranten vast van plan te assimileren in de ontvangende samenleving.
Door de enorme omvang en snelheid van de huidige immigratie, waardoor de samenleving wordt verplicht allerlei vreemde tradities in sneltrein vaart te accepteren en tegelijkertijd eigen tradities ziet ondersneeuwen c.q. dient op te geven, raakt de autochtone bevolking cultureel ontheemd.
Mede door het ondertekenen van internationale verdragen, is de soevereiniteit van de landen van de EU nagenoeg ongemerkt aan Brussel overgedragen. Daarmee heeft ook Nederland zich, schijnbaar met volle overgave, overgeleverd aan het huidige maakbare EU-beleid, dat in plaats van door realiteitszin, van gewicht wordt voorzien door het wensdenken van de Agenda 21, het VN-plan voor mondiale herinrichting.
Wanneer men hier de toenemende gekochte, ergo ondemocratische invloeden van zelfbenoemde wereldbestuurders bij optelt, is het niet verwonderlijk dat de draagriemen van dit beleid waarmee de grenzen van de maakbaarheid zijn bereikt en hier en daar al zijn overschreden, in menig schouder beginnen te schuren.
Steeds vaker zien huidige bestuurders in binnen- en buitenland, dat het draagvlak voor hun beleid begint afbrokkelen, en terwijl de groupies van de maakbaarheid, nog tierend te hoop lopen tegen democratisch gekozen volksvertegenwoordigers van landen als bijvoorbeeld Polen en Hongarije, worden in kringen van bestuurders elders in de EU nu ook de eerste kritische geluiden hoorbaar, waarbij dient te worden opgemerkt dat de kans groot is, dat het hier slechts een politieke afleidingsmanoeuvre ten behoeve van het groeiende aantal steeds (EU-)kritisch-wordende kiezers betreft.
Met name gezien het moorddadige op treden van de Franse president tegen de Gillets Jaunes, lijkt de hoop, dat behalve in de Nederlandse politiek, ook in Brussel, vooral bij EU-die hards als Merkel en Macron op korte termijn enige realiteitszin ontstaat, utopisch, terwijl het toch niet langer denkbeeldig is, dat achter uw rug om, de wereldwijd opgedrongen maakbaarheid van de wensdenkers, inmiddels al meer kapot heeft gemaakt dan u lief is.